Het is zondag en we gunnen onszelf een vrije dag: Francisca onder
water en ik boven water. Francisca gaat naar Klein Bonaire, een klein en
onbewoond eilandje dat voor de westkust ligt om te gaan snorkelen met een
groep. Ik word vandaag opgehaald door vrienden voor een tocht over het
eiland.
prachtige stam van de dividivi boom bij Karpata |
De tocht over het land voert noordwaarts, van Playa (Kralendijk
centrum) richting Rincon. Onderweg word ik bijgepraat over het Bonariaanse
leven, over de energievoorziening op het eiland (nieuwe waterzuivering, plaatsing
van windmolens) en de vele vele ruimtelijke uitbreidingen op het eiland. Playa
is volledig het domein geworden van de toerist, er wonen vrijwel geen
Bonairianen meer.
Oude huizen/paviljoens worden gesloopt of ondergaan volledige
metaformofoses om vooral maar zoveel mogelijk toeristen te trekken. De snippers
kust/strand die door de horeca nog niet ontoegankelijk zijn geworden worden intensief
gebruikt: niet om echt in te zwemmen, wel om verkoeling te zoeken en te picknicken!
Langs de eerste rotonde van het eiland (sinds enkele jaren zijn er drie maar
nog steeds geen enkel stoplicht!) rijden we over de weg richting het noorden,
die ter hoogte van de kern Hato overgaat in een smallere, veel landelijker weg
(de 'toeristenweg') met prachtige toegangen tot de plaatselijk soms steile kust (duikplaatsen). Rechts rijzen overhangende rotswanden van de vulkanische geologische
formatie, uitgesleten door hogere zeestanden/orkanen op. Ze worden ook abri's genoemd. De overheid wil dat in de toekomst
graag zo houden, maar juist ten noorden van Hato wordt gebouwd aan een nieuw
resort volgens het principe van de ecolodges. Voor dit soort accommodaties
worden vaak uitzonderingen gemaakt omdat de schade voor natuur en milieu (en
het koraal) beperkt blijft. We stoppen even bij het landhuis Karpata, een
oud koloniaal gebouw/plantagecentrum. Een typisch Bonairiaans tafereel: een met
goede bedoelingen opgeknapt gebouw en nu alweer in verval omdat er geen goede
bestemming voor kan worden gevonden/ geen geld is voor onderhoud. Gelukkig
staan er nog veel prachtige oude bomen: hopelijk worden die gespaard wanneer
een ontwikkelaar weer brood ziet in deze bijzondere plek...... We rijden langs de beschermde salina, het Gotomeer, een van de leefgebieden van de flamingo. Een opvallend goed onderhouden uitkijkpunt biedt een fraai zicht op het meer, dat door een natuurlijke koraaldam is afgesloten van de zee. Twee fraaie roze exemplaren laten zich zien, maar vliegen op zodra ik met mijn camera in de buurt kom. Gelijk hebben ze, ze zouden namelijk meteen op dit blog worden gezet.
gifgroene hagedis bij Dos Pos (wie weet zijn naam?) |
Even verder 'Dos Pos'(twee putten) tot voor kort werd het (zoete) grondwater voor Rincon hier naar boven gepompt met een windmolen uit 1940, pas in 1949 werd de waterleiding naar Rincon gelegd. Tussen 1940 en 1949 moesten de mensen uit Rincon water bij Dos Pos gaan halen...
Rincon gezien vanaf het punt Para Mira |
De kokkin van Rose's Inn brengt
ons kabritu en wahoo
|
We rijden door naar Rincon, waar ik al eerder was deze week. Ik
lees net dat koningin Beatrix, Maxima en Willem-Alexander tijdens hun a.s. bezoek aan de Antillen deze maand ook naar Rincon zullen gaan (o.a. naar het Mangazina di
Rei.....) het zal mij benieuwen of Maxima daar ook op de Karko zal gaan blazen
(en of ze dat net zo goed kan als Francisca, zie ons eerdere blog). Rincon, de oudste nederzetting van Bonaire is met zijn
spinnewebachtige verkaveling rondom de katholieke kerk een bijzondere plek. Het ligt
middenin in een vallei ver van de kust. Dat is niet toevallig: het eerste dorp op dit eiland is buiten het zich van vijandelijke machten gebouwd. De vrolijk gekleurde huizen staan ruim op hun groene kavels met mooie solitaire bomen, de mensen leven er in rust. We gaan kabritu (geit) eten. In Kralendijk moet je de horeca waar je echt Bonairaans kunt eten met een lantarentje zoeken. We vermoeden dat zo'n 80% van de horeca is in handen is van Nederlanders en veel menukaarten zijn dan ook aangepast aan de Nederlandse smaak.
Voor een Bonairaanse krioyo keuken moet je bij een echte 'snek' zijn en dus de stad uit, zoals Rose's Inn in Rincon (alleen lunch) of ergens diep in de 'knoek' of een woonwijk van Bonaire. Melvina die de keuken bestiert heeft vandaag wahoo en kabritu op het menu, eindelijk. Zo lever ik mijn bijdrage aan het ecologische probleem van het eiland.....de geit is heerlijk maar pas op voor botjes!Na het eten voert de toch verder naar Boka Onima, een spectaculaire baai aan de oostkust en Seru Largu, een uitkijkpunt waar ik ons plangebied mooi kan zien liggen....
Francisca en ik wisselen water- en landervaringen uit tijdens happy hour van Divi Flamingo/Hotel Zeebad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten